Overslaan en naar de inhoud gaan

De versoepelde regeling voor landschappelijk waardevol agrarisch gebied doorstaat de toets van het grondwettelijk hof niet

Deze pagina delen

  • Een ‘landschappelijk waardevol agrarisch gebied’ is een gebied waarvoor bepaalde beperkingen gelden met als doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen;
  • Alle handelingen en werken in landschappelijk waardevol agrarisch gebied zijn toegelaten, voor zover:
    • ze overeenstemmen met de bestemming ‘agrarisch gebied’ (planologisch aspect); en
    • ze de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen (esthetisch aspect);
  • De Raad van State (RvS) en de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVB) gaven een te strikte interpretatie aan het esthetisch aspect, waardoor het de facto bijna onmogelijk was geworden om bouwwerken te vergunnen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied;
  • De Vlaamse decreetgever wilde deze regeling verduidelijken en heeft via artikel 94 van de Codextrein een artikel 5.7.1 ingevoerd in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO);
  • Op grond van artikel 5.7.1 VCRO zijn alle handelingen en werken in dit gebied toegelaten, voor zover:
    • ze overeenstemmen met de bestemming ‘agrarisch gebied’;
    • ze de landschapsontwikkeling of -opbouw tot doel hebben; en
    • de vergunningaanvrager aantoont dat het aangevraagde landschappelijk inpasbaar is;
  • Deze nieuwe regeling in de VCRO versoepelde de mogelijkheid om een vergunning te bekomen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied;
  • Het Grondwettelijk Hof oordeelde dat deze nieuwe decretale regeling geen verduidelijking is, maar een wijziging van het gewestplanvoorschrift ‘landschappelijk waardevol agrarisch gebied’, zonder enige inspraakmogelijkheden van de belanghebbenden;
  • In principe moet een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) worden opgemaakt om de bestemming van een gebied te kunnen wijzigen, waarbij de belanghebbenden hun recht op inspraak kunnen uitoefenen via openbaar onderzoek;
  • Wegens een verschil in behandeling op vlak van de inspraakmogelijkheden voor het publiek, heeft het Grondwettelijk Hof op 17 oktober 2019 artikel 5.7.1 VCRO vernietigd;
  • Momenteel geldt aldus opnieuw de oorspronkelijke regeling van het gewestplanvoorschrift, samen met de strenge rechtspraak van de RvS en RvVB.