Hof van Justitie veroordeelt België wegens ongelijke fiscale behandeling van Belgische en buitenlandse huurinkomsten
Deze pagina delen
Als enige land in de Europese Unie worden in België verkregen huurinkomsten belast op basis van het kadastraal inkomen in plaats van op reële huurinkomsten.
Het kadastraal inkomen komt in de praktijk neer op een fictief inkomen.
De Belgische fiscus hanteert daarentegen wel een belasting op reële huurinkomsten voor in andere EU-lidstaten gelegen onroerend goed.
De belasting baseren op dergelijk fictief huurinkomen bevoordeelt investeringen in onroerend goed in België ten nadele van investeringen in en verhuur van onroerend goed in een andere EU-lidstaat.
Deze ongelijke behandeling is volgens het Hof van Justitie problematisch in het licht van het vrij verkeer van kapitaal aangezien huurinkomsten in binnen- en buitenland op dezelfde manier moeten worden belast.
Het Hof van Justitie veroordeelde België reeds in 2018 voor deze ongelijke behandeling tussen binnenlandse en buitenlandse huurinkomsten.
De Europese Commissie stelde een inbreukprocedure in aangezien België na deze eerste veroordeling geen stappen ondernam om de ongelijke behandeling weg te werken.
Het Hof van Justitie veroordeelt België nu voor een tweede keer en legt een boete op van minstens 2 miljoen euro en een dwangsom van 7.500 euro per dag, zolang de regelgeving niet is aangepast.
De veroordeling zet de Belgische regering onder druk om de wetgeving aan te passen zodat er een gelijkschakeling is van de fiscale behandeling van Belgische en buitenlandse huurinkomsten.
Wij volgen dit verder op en berichten opnieuw zodra werd beslist op welke wijze de fiscale behandeling wordt gelijkgeschakeld