Overslaan en naar de inhoud gaan

Wetgever verduidelijkt het beslag- en hypotheekverbod van accessoire opstalrechten

Deze pagina delen

  • Het vernieuwde goederenrecht werd reeds uitvoerig door ons besproken in verschillende eerdere e-zines en opeenvolgende bijdragen in Nieuwsbrief Notariaat; 
  • Middels deze e-flash gaan wij in op een recente aanvulling met betrekking tot het in artikel 3.182  van het Burgerlijk Wetboek (BW) geformuleerde beslag- en hypotheekverbod van het accessoir opstalrecht;
  • Deze recente toevoeging is ingevoerd bij de wet van 12 juli 2021 houdende dringende bepalingen inzake Justitie (BS 20 juli 2021);
  • Een accessoir opstalrecht is een aan een hoofdrecht verbonden bijkomend recht dat niet uitdrukkelijk tussen de partijen is overeengekomen, maar voortvloeit uit het feit dat een derde het recht heeft gekregen om te bouwen op iemand anders zijn grond. Ter illustratie: de erfpachter of vruchtgebruiker blijft tijdens de duur van het de erfpacht, respectievelijk het vruchtgebruik eigenaar van de door hem binnen de grenzen van zijn recht op de bezwaarde grond opgerichte constructies;
  • Artikel 3.182, tweede lid BW stelt dat een accessoir opstalrecht en het eigendomsrecht op de bouwwerken en beplantingen dat eruit voortvloeit niet (i) kan worden overgedragen (ii) in beslag kan worden genomen en (iii) met een hypotheek kan worden bezwaard, los van het recht waaruit ze voortvloeien;
  • Het verbod tot hypothekeren en het in beslag nemen van een accessoir opstalrecht of de bouwwerken en beplantingen die eruit voortvloeien los van het hoofdrecht, doet in het algemeen geen moeilijkheden ontstaan, wanneer het hoofdrecht kan worden gehypothekeerd;
  • Zo kan een erfpachter zijn erfpachtrecht hypothekeren of een vruchtgebruiker (op een onroerend goed) zijn recht van vruchtgebruik met een hypotheek bezwaren, zodat er met het oog op de financiering van bouwwerken geen behoefte bestaat aan het hypothekeren van het accessoir opstalrecht of de opstallen los van het hoofdrecht;
  • De wetgever stelt in de Memorie van Toelichting dat de situatie evenwel problematischer is in het geval  het accessoir opstalrecht voortvloeit uit een administratief gebruiksrecht, zoals een domeinconcessie of domeinvergunning, welk hoofdrecht immers, in tegenstelling tot de hierboven beschreven situatie, niet vatbaar is voor hypotheekvestiging, noch voor beslag;
  • Omwille van rechtszekerheid en rekening houdende met bestaande financieringspraktijken, waarbij concessiehouders met instemming van de concessiegever de door de concessiehouder opgerichte of op te richten bouwwerken bezwaart met een hypotheek, verduidelijkt de wetgever nu expliciet, in een bijkomende lid, dat het hypotheek- en beslagverbod van artikel 3.182, tweede lid BW niet geldt wanneer het accessoir opstalrecht is gekoppeld aan dergelijk administratief gebruiksrecht;
  • Deze wijziging treedt in werking op 1 september 2021, samen met de andere bepalingen van “Boek 3. Goederen”.