Overslaan en naar de inhoud gaan

HOE DICHT MAG DE WIND NOG WAAIEN? NIEUWE AFSTANDSREGELS VOOR VLAAMSE WINDMOLENS

Hoe dicht mag een windmolen bij je huis staan? Die vraag houdt al jaren veel Vlamingen bezig – van gezinnen tot projectontwikkelaars. Lange tijd was dit een onzekere en gevoelige balansoefening waarbij er geen decretaal kader met expliciete afstandsregels[1]tussen windturbines en woongebieden bestonden. Enkel een niet-bindende omzendbrief[2] bood een afwegingskader. Zolang de hinder beperkt bleef, hoefden ontwikkelaars geen vaste minimale afstand tussen windturbines en woningen te respecteren.

Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns (CD&V) wil nu komaf maken met die onzekerheid. Voor windturbines hoger dan 200 meter in woongebieden stelt hij een duidelijke afstandsregel voor: een turbine moet minstens drie keer haar tiphoogte verwijderd zijn van de dichtstbijzijnde woning.[3]

Concreet betekent dit dat een windmolen van 200 meter hoog minstens 600 meter van woningen moet staan. Wordt deze afstand niet gerespecteerd, dan kan er geen vergunning worden verleend.

Op 23 mei 2025 bevestigde de Vlaamse Regering deze nieuwe afstandsregels voor windturbines in woongebieden. Deze richtlijn wordt vastgelegd in een omzendbrief die de huidige Omzendbrief OMV/2024/1 volledig vervangt. De maatregel moet zorgen voor meer rechtszekerheid bij vergunningsprocedures, al is de toepassing ervan beleidsmatig geen evidentie. Maatwerk blijft mogelijk en noodzakelijk. Wanneer uit een ruimtelijke of landschappelijke studie blijkt dat een windturbine geen negatieve impact heeft op de goede ruimtelijke ordening, kan gemotiveerd worden afgeweken van de standaardafstand.

In industrie- en havengebieden blijven de bestaande milieunormen van kracht, zonder bijkomende afstandsvereisten. Toch betekent dit niet dat de realisatie van windturbineprojecten in deze zones altijd evident is. Ook op bedrijventerreinen en in havengebieden komen bijvoorbeeld bedrijfswoningen voor. Voor deze woningen gelden de nieuwe afstandsregels eveneens, wat de ontwikkelingsmogelijkheden van windturbines ook in deze gebieden kan beperken.

De visie van minister Brouns werd dan ook niet overal even enthousiast onthaald. Het Vlaamse Netwerk van Ondernemingen (Voka) reageert voorzichtig en vreest dat veel projecten – vooral op bedrijventerreinen – moeilijk realiseerbaar worden. Ze pleiten voor een flexibele, casusgerichte aanpak die zowel de belangen van omwonenden als de nood aan hernieuwbare energie in rekening brengt.

De richtlijn zorgt ook voor spanningen binnen de Vlaamse Regering en het bredere politieke landschap. Voorstanders benadrukken dat duidelijke afstandsregels noodzakelijk zijn om de leefkwaliteit van omwonenden te beschermen. Tegenstanders vrezen dan weer dat de maatregel de energietransitie vertraagt en pleiten voor snellere, juridisch duidelijkere vergunningsprocedures. Sommige stemmen binnen de meerderheid wijzen op het belang van burgerinspraak, maar waarschuwen tegelijk dat het klimaatbeleid niet mag stilvallen. Vanuit de oppositie klinkt zowel scherpe kritiek op de mogelijke belemmering van hernieuwbare energie als steun voor strengere regulering om een ongecontroleerde uitbreiding van windturbines te vermijden.

Wat betekent dit voor toekomstige projecten? Hoewel een omzendbrief geen wet of verordening is, zal de nieuwe richtafstand in de praktijk een doorslaggevende rol spelen bij vergunningsaanvragen. De haalbaarheid, locatiekeuze en vergunningsstrategie van toekomstige windprojecten zullen hierdoor ongetwijfeld beïnvloed worden. Ontwikkelaars zullen hun plannen vaker moeten afstemmen op deze richtlijn, zelfs wanneer afwijkingen formeel mogelijk blijven.

Lydian volgt de ontwikkelingen in het Vlaamse windenergiebeleid op de voet. Heeft u vragen over lopende of geplande vergunningsaanvragen? Ons Real Estate, Environment & Energy-team staat klaar om u te begeleiden met advies op maat.


[1]

Vandaag bestaan er wel reeds vergunningsregels aangaande geluid en slagschaduw, maar nog niet voor de afstand tussen windturbines en woningen of bedrijven.

[2]

Omzendbrief OMV/2024/1: Afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines 2024, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 9 februari 2024 ter vervanging van Omzendbrief OMV/20023/1.

[3]

Met woongebied bedoelt deze bijdrage de gebieden zoals omschreven in art. 5 van het KB 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen, BS 10 februari 1973, zijnde “bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven”.

Auteurs