Overslaan en naar de inhoud gaan

Nieuwe cofinancieringregeling voor PFAS-bodemonderzoek als gevolg van brandbestrijding en brandblusoefening

Op 6 december 2024 heeft de Vlaamse Regering een besluit goedgekeurd tot wijziging van het VLAREBO-besluit van 14 december 2007, het besluit van 12 december 2008 betreffende milieubeleid en het VLAREL van 19 november 2010. Deze wijziging, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 13 januari 2025, introduceert in afdeling IV/1 een nieuwe cofinancieringsregeling voor beschrijvende bodemonderzoeken voor bodemverontreiniging met PFAS  als gevolg van brandbestrijding en brandblusoefening.

Deze wijziging is een belangrijke stap in het aanpakken van bodemverontreiniging door PFAS, een groep van chemische stoffen die vaak worden aangetroffen in blusmiddelen en die schadelijk kunnen zijn voor milieu en volksgezondheid. Het besluit heeft als doel de omgeving beter te beschermen tegen PFAS-verontreiniging, die aldus kan zijn ontstaan door het gebruik van dergelijke PFAS houdende blusmiddelen bij brandbestrijdingsoperaties en oefenactiviteiten.

Waarom deze cofinanciering?

De nood aan een financiële tussenkomst komt voort uit de vaststelling dat lokale besturen en hulpverleningszones onvoldoende middelen hebben om dergelijke bodemonderzoeken te bekostigen. Zowel het Netwerk Brandweer als de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten hebben aangedrongen op een ondersteuningsmechanisme. Ook bedrijven die verplicht zijn brandweeroefeningen te organiseren, evenals particulieren die door brandincidenten getroffen worden, kunnen hierdoor onbillijk belast worden.

De nieuwe cofinanciering moet eigenaars, gebruikers of exploitanten stimuleren om sneller een beschrijvend bodemonderzoek uit te voeren. Dit zal helpen om de omvang van de PFAS-verontreiniging in Vlaanderen beter in kaart te brengen en de noodzakelijke saneringen te versnellen. Op die manier wordt de milieudruk verminderd en de volksgezondheid beter beschermd.

Wat houdt de regeling in?

1. Personeel toepassingsgebied

 

Exploitanten, gebruikers of eigenaars van gronden met PFAS-verontreiniging door brandbestrijding of brandweeroefeningen kunnen dankzij de nieuwe regelgeving een cofinanciering aanvragen, op voorwaarde dat zij zelf instaan voor de kosten van het onderzoek. Er zijn ook uitsluitingsgronden voor bepaalde exploitanten, gebruikers en eigenaars die geen aanspraak kunnen maken op de cofinanciering:

  • De exploitant, gebruiker of eigenaar die vrijgesteld is van de saneringsplicht (Bijvoorbeeld wanneer u als exploitant de bodemverontreiniging niet zelf heeft veroorzaakt en deze is ontstaan voordat u het terrein in exploitatie nam);
  • De exploitant, gebruiker of eigenaar die niet voldoet aan de voorwaarden voor de-minimissteunverlening;
  • Eigenaars, gebruikers of exploitanten tegen wie de OVAM een proces-verbaal of een verslag van vaststelling heeft opgesteld wegens schending van het Bodemdecreet of het VLAREBO.

2. Materieel toepassingsgebied

 

Een dergelijk beschrijvend bodemonderzoek kan voor cofinanciering in aanmerking komen als aan drie voorwaarden is voldaan. Ten eerste moet het onderzoek betrekking hebben op PFAS-verontreiniging door brandbestrijding of brandblusoefening, waarvoor OVAM heeft bepaald dat een beschrijvend bodemonderzoek vereist is conform het Bodemdecreet. Daarnaast moet het onderzoek worden uitgevoerd onder leiding van een erkende bodemsaneringsdeskundige volgens de standaardprocedure uit artikel 38, §2 van het Bodemdecreet. Tot slot moet de aanvrager van de cofinanciering zelf instaan voor de kosten van het onderzoek.

3. Kosten die in aanmerking worden genomen

 

Kosten voor een beschrijvend bodemonderzoek komen in aanmerking voor cofinanciering in de volgende gevallen:

  • Voor ondernemingen en niet-ondernemingen (behalve natuurlijke personen): de kosten van een beschrijvend bodemonderzoek waarvoor de opdracht tot uitvoering is gegeven na 21 september 2021 en waarvan de facturen op het moment van de aanvraag minder dan vier jaar oud zijn.
  • Voor niet-ondernemingen natuurlijke personen: i) de kosten van een beschrijvend bodemonderzoek waarvoor de opdracht tot uitvoering tussen 21 september 2021 en 1 februari 2025 is gegeven en waarvan de facturen op het moment van de aanvraag minder dan vier jaar oud zijn, of ii) de opdracht is goedgekeurd door OVAM en uitgevoerd onder leiding van een erkende bodemsaneringsdeskundige.

4. Percentage van de cofinanciering

 

De hoogte van de tegemoetkoming hangt af van de aanvrager:

  • 50% voor gemeenten, hulpverleningszones en andere overheden.
  • 35% voor ondernemingen.
  • 95% voor natuurlijke personen, met een maximale eigen bijdrage van EUR 500,00.

Daarnaast geldt een plafond van EUR 300.000,00 exclusief btw per begunstigde en per PFAS-verontreiniging.

Wijziging VLAREBO-besluit

De bestaande cofinancieringsregels binnen het VLAREBO-besluit waren uitsluitend gericht op de uitvoering van bodemsaneringswerken en omvatten geen ondersteuning voor beschrijvende bodemonderzoeken, waardoor een aanpassing noodzakelijk was. De huidige cofinancieringsregeling binnen het VLAREBO beperkt zich immers enkel tot de financiering van bodemsanering. Artikel 15 van het bodemdecreet voorzag wel al in de mogelijkheid om een cofinanciering te voorzien voor het beschrijvend bodemonderzoek. Dit is nu gedeeltelijk gerealiseerd voor PFAS-bodemonderzoeken bij brandbestrijding en brandblusoefeningen.

Op termijn zou het de bedoeling zijn om deze cofinanciering naar alle vormen van bodemverontreiniging uit te breiden.

Auteurs