Overslaan en naar de inhoud gaan

Een nieuw vruchtgebruik voor rechtspersonen

Het NBW brengt een aantal nieuwigheden mee voor het vruchtgebruik dat aan rechtspersonen wordt verleend. Hieronder worden de meest spraakmakende wijzigingen toegelicht.

Een duurtijd van maximaal 99 jaar

Ten eerste brengt de hervorming van het goederenrecht een wijziging met zich van de maximale duurtijd van het vruchtgebruik voor rechtspersonen. Deze maximale duurtijd wordt door het NBW verlengd van 30 jaar tot 99 jaar.

Daarmee wordt het vruchtgebruik een echt alternatief voor de volle eigendom bij vastgoedinvesteringen.

Het NBW verduidelijkt verder dat faillietverklaring en de ontbinding van de rechtspersoon het einde van het recht van vruchtgebruik betekent. Dit in tegenstelling tot het lot van het recht van vruchtgebruik bij een fusie, splitsing of gelijkgestelde verrichting. Behoudens enig andersluidend beding, doen deze rechtshandelingen het vruchtgebruik niet uitdoven.

De vruchtgebruiker verzekert de waarde van het volle eigendomsrecht

Ten tweede verplicht het NBW de vruchtgebruiker uitdrukkelijk om de waarde van het volle eigendomsrecht van het betrokken goed te verzekeren voor alle gebruikelijke risico’s (zoals bijv. brand). De premie voor deze verzekering valt ingevolge het NBW ten laste van de vruchtgebruiker.

Deze sanctie wordt overigens gesanctioneerd: in het geval de vruchtgebruiker het nalaat om de waarde van het volle eigendomsrecht van het goed te verzekeren, mag de blote eigenaar zelf de nodige verzekeringen nemen. In dit geval, kan de blote eigenaar van de vruchtgebruiker de terugbetaling vorderen.

Proportionele verdeling van de kosten voor grove herstellingen

Het NBW voorziet tevens in een nauwere samenwerking en overleg tussen de blote eigenaar en de vruchtgebruiker, inzonderheid voor wat betreft de eventuele herstellingen van het betrokken onroerend goed.

De onderhoudsherstellingen blijven ten laste van de vruchtgebruiker. Deze is verplicht om de onderhoudsherstellingen ten aanzien van het goed te verrichten die nodig zijn om de waarde van het goed te vrijwaren, evenwel onder voorbehoud van slijtage, ouderdom of overmacht.

Het aspect van overleg komt echter naar de voorgrond in het geval er grove herstellingen dienen te worden doorgevoerd. De blote eigenaar dient de grove herstellingen na overleg met de vruchtgebruiker te remediëren.

Wel kan de blote eigenaar van de vruchtgebruiker een proportionele bijdrage eisen in de kost van de grove herstellingen. Proportioneel betekent dat er een verdeelsleutel wordt bepaald in functie van de waarde van het recht op vruchtgebruik, resp. de waarde van het volle eigendomsrecht.