Overslaan en naar de inhoud gaan

Grondwettelijk Hof verduidelijkt de toepassing van de Vlaamse Wooncode (Vlaamse Codex Wonen)

Deze pagina delen

  • Artikel 5 van de Vlaamse Wooncode (VW) legt elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten op met betrekking tot “woningen” in de zin van artikel 2, §1, 1e lid, 31° VW, zijnde onroerende goederen of delen ervan die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande (vanaf 1 januari 2021 werd de VW omgedoopt tot de Vlaamse Codex Wonen waarin gelijkaardige bepalingen werden opgenomen in artikelen 1.3, §1, 1e lid, 66° en 3.1);
  • In haar arrest van 23 april 2019 stelde het Hof van Cassatie dat in geval van een tijdelijke huisvesting geen sprake is van een woning in de zin van voormeld artikel 2 VW en dienvolgens artikel 5 VW niet speelt;
  • In haar recent arrest van 21 oktober 2021 fluit het Grondwettelijk Hof (GwH) Cassatie terug;
  • Het GwH is namelijk van oordeel – gelet op de bedoeling van de decreetgever en de parlementaire voorbereiding – dat de vereisten inzake woonkwaliteit van toepassing zijn op zowel tijdelijke als permanente huisvesting en dat voormelde artikelen van de VW zo dienen te worden geïnterpreteerd dat zij ook van toepassing zijn indien het verblijf geen duurzaam of permanent karakter heeft.