Overslaan en naar de inhoud gaan

Het ‘afwachten’ van een lokale overheid in een milieustakingsvordering kan volgens het Hof van Cassatie niet worden aanzien als ‘stilzitten’

Deze pagina delen

  • De  lokale overheid kan in het kader van een milieustakingsvordering aan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg verzoeken het bestaan vast te stellen van een kennelijke inbreuk of een ernstige dreiging op de milieuregelgeving. De voorzitter kan vervolgens de staking bevelen van handelingen waarvan de uitvoering reeds is begonnen of maatregelen opleggen ter preventie van de uitvoering ervan of ter voorkoming van schade aan het leefmilieu;
  • Indien de lokale overheid geen actie onderneemt, en derhalve “stil zit”, kunnen ook inwoners namens de lokale overheid een milieustakingsvordering instellen, voor zover de lokale overheid voorafgaandelijk in gebreke werd gesteld, waarbij zij een termijn van minstens 10 dagen krijgt om te antwoorden en desgevallend zelf op te treden;
  • In een arrest van 6 maart 2020 inzake een milieustakingsvordering oordeelde het hof van beroep te Gent (HvB) dat er geen sprake is van enig stilzitten wanneer de lokale overheid aantoont dat (i) zij tijdelijk niet zou optreden in afwachting van een lopende vergunningsprocedure én een lopend handhavingstraject van de bevoegde milieu-inspectie en (ii) hierbij zodanig geen grote hinder is die een onmiddellijke actie verreist;
  • Volgens het HvB kon er van de gemeente niet worden verwacht dat zij een stakingsvordering of andere maatregel nam ten aanzien van appellanten, zonder de uitkomst van minstens een van de (twee) hangende administratieve procedures inzake de verleende vergunningen, of minstens het resultaat van de tussenkomst van de Omgevingsinspectie af te wachten, dit terwijl er op het ogenblik geen dermate grote milieuhinder heerste dat een onmiddellijk ingrijpen zonder voormeld afwachten zich opdrong;
  • De betrokken inwoners waren het niet eens met de beoordeling van het HvB en richtten zich tot het Hof van Cassatie (HvC); Bij arrest van 15 januari 2021 verwierp het HvC het cassatieberoep;
  • Het HvC oordeelde dat het aan de rechter ten gronde toekomt, om rekening houdend met alle omstandigheden van de zaak, te oordelen of een gemeente al dan niet in gebreke blijft en sloot zich derhalve aan bij het HvB;
  • Met haar uitspraak bevestigt het HvC dat het ‘afwachten’ in een milieustakingsvordering niet gelijk staat aan ‘stilzitten’;
  • Bijgevolg is het aan te raden dat lokale overheden en/of ondernemingen die worden geconfronteerd met een milieustakingsvordering, antwoorden op de verplichte voorafgaande ingebrekestelling, zodat de lokale overheid geen stilzitten kan worden verweten.