Overslaan en naar de inhoud gaan

De onroerende verhuur: naast btw nu ook registratierechten verschuldigd

Deze pagina delen

  • Sinds 1 januari 2019 is de hervorming van het btw-stelsel voor onroerende verhuur van kracht, waarbij, mits voldaan aan alle wettelijke voorwaarden (zie hierover onze eerder gepubliceerde e-zines: 12 en 3):
    • (i) huurder en verhuurder ervoor kunnen opteren om hun huur- of terbeschikkingstellingsovereenkomst van nieuwe of vernieuwde gebouwen te onderwerpen aan btw;
    • (ii) de kortdurende verhuur (maximum 6 maanden) van een onroerend goed verplicht onderworpen is aan btw; en
    • (iii) de terbeschikkingstelling van gebouwen die voor minstens 50 % als opslagruimte gebruikt worden:
      • voor B2C overeenkomsten verplicht onderworpen is aan btw;
      • voor B2B overeenkomsten onderworpen is aan btw indien huurder en verhuurder ervoor opteren;
  • Krachtens een beslissing van 27 januari 2020 van de centrale diensten bevoegd voor de registratierechten moet, naast de btw, eveneens het evenredig registratierecht van 0,20 % worden betaald bij de registratie van huurovereenkomsten (beslissing nr. EE/107.200);
  • De enige wettelijk uitzondering hierop zijn leasingovereenkomsten waarvoor er geen dubbele heffing geldt;
  • Verder bestaan er ook uitzonderingen uit de administratieve praktijk waarbij het evenredig registratierecht van 0,20 % evenmin verschuldigd is voor o.a. de terbeschikkingstelling van parkeerplaatsen of opslagplaatsen, aangezien de belastingadministratie deze niet beschouwt als zuivere huurovereenkomsten;
  • Op vandaag bestaan er dus geen uitzonderingen voor de hierboven vermelde gevallen (i) en (ii).
  • Voormelde beslissing van 27 januari 2020 werkt mogelijks ook door op volgende verrichtingen:
    • de stilzwijgende verlenging van een onroerende verhuur met btw: voor btw-doeleinden blijft dergelijke verlenging onder dezelfde voorwaarden onderworpen aan btw maar voor registratie-doeleinden moet dergelijke verlenging geregistreerd worden, waarbij het evenredig registratierecht van 0,20 % verschuldigd is;
    • de overdracht van een huur tegen vergoeding: dergelijke overdracht is onderworpen aan btw, ongeacht of de huur met of zonder btw is afgesloten, waarbij het evenredig registratierecht van 0,20 % verschuldigd is over de vergoeding voor de overdracht en de nog te vervallen huurgelden.