Kamer keurt de herwerkte belasting op buitenlands vastgoed goed
Deze pagina delen
In onze nieuwsbrief van 3 december 2020 verduidelijkten wij reeds dat het Hof van Justitie België veroordeelde wegens ongelijke fiscale behandeling van Belgische en buitenlandse huurinkomsten wegens onderstaande redenen:
Als enige land in de Europese Unie worden in België verkregen huurinkomsten belast op basis van het kadastraal inkomen in plaats van op basis van reële huurinkomsten;
Het kadastraal inkomen komt in de praktijk neer op een fictief inkomen, dat voor het eerst werd bepaald in 1975 en sindsdien (veel) trager is gegroeid dan de reële huurinkomsten;
De Belgische fiscus hanteerde daarentegen wel een belasting op reële huurinkomsten voor in andere EU-lidstaten gelegen onroerende goederen;
De Belgische regering stond na meerdere veroordelingen onder druk om de fiscale behandeling van Belgische en buitenlandse huurinkomsten gelijk te schakelen;
De wet van 17 februari 2021 houdende wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 op het vlak van de in het buitenlandgelegen onroerende goederen (B.S. 25 februari 2021) zorgt voor een dergelijke gelijkschakeling;
Conform deze wet worden vanaf het aanslagjaar 2022 buitenlandse huurinkomsten ook belast op basis van het kadastraal inkomen in plaats van op reële huurinkomsten;
De Administratie Opmetingen en Waarderingen van de fiscus moet hiervoor een kadastraal inkomen vaststellen voor al het buitenlands onroerend goed van Belgische belastingplichtigen;
De Administratie Opmetingen en Waarderingen reconstrueert de verkoopwaarde van de buitenlandse onroerende goederen van 1975 (aangezien het referentietijdstip voor het kadestraal inkomen nog steeds 1 januari 1975 is) op basis van de actuele verkoopwaarde van het buitenlands onroerend goed. Om tot deze waarde te komen wordt de actuele waarde gedeeld door een correctiefactor;
De Raad van State bekritiseerde het wetsvoorstel o.m. door (i) de terugwerkende kracht van de wet tot 1 januari van dit jaar (zodat ze meetelt voor de belastingaangiftes van begin 2022) en (ii) het gebruik van één correctiefactor om alle Europese eigendommen te herleiden tot een bedrag uit 1975 (daar in de praktijk de waarde van identieke appartementen in verschillende Europese landen verschillend is) maar werd desondanks door de Kamer goedgekeurd;
De nieuwe regels zijn op 1 januari 2021 in werking getreden en gelden voor de belastingaangifte in 2022.